Mooi en lelijk - Reisverslag uit Khett Siem Reab, Cambodja van Aike - WaarBenJij.nu Mooi en lelijk - Reisverslag uit Khett Siem Reab, Cambodja van Aike - WaarBenJij.nu

Mooi en lelijk

Door: Aike

Blijf op de hoogte en volg Aike

15 Februari 2009 | Cambodja, Khett Siem Reab

De reis ging verder. Ik nam afscheid van Sulawesi, maar niet voor ik een laatste wandeling gemaakt had. Het was de mooiste van allemaal. Ik liep in het noorden van Tana Toraja, van Lempo naar Tikkala. Ik liep er door een aquarel. De rijstvelden kronkelden met de berg mee, vloeibaar en speels. Nooit zag ik zulke intense tinten groen. Adelaars zweefden laag, op zoek naar een onvoorzichtige prooi. Mijn gordeldier kroop angstig weg in mijn rugzak. Twee dode mensen zaten op het bankje voor hun graftombe, rustig keuvelend. Ze keken uit over een van de mooiste landschappen van de planeet, maar dat wisten ze waarschijnlijk niet. De huizen leken op schepen. Sommige hadden wel vijftig paar hoorns aan hun voorgevel hangen. Kinderen joelden als we langsliepen.

Ik nam het modderpad, de rijstvelden in. Ik wou dat ik de woorden kon vinden om de beelden te beschrijven, maar ik moet mijn meerdere erkennen in die surrealistisch kronkelende rijstvelden, in dat intense groen. De hemel kleurde donkergrijs, en binnen de kortste keren waren mijn gordeldier en ik kletsnat. De rijstplanten strekten zich. Ik sopte verder.

Graag zou ik mijn beschrijving van Sulawesi eindigen met bovenstaande woorden. Echter, tot mijn spijt was mijn laatste ervaring iets minder mooi. Ze deed me in elk geval weer eens realiseren dat de manier waarop je een bepaalde plaats ervaart soms sterk afhankelijk kan zijn van een enkele mooie of vervelende gebeurtenis. Voorafgaand aan het betreffende moment maakte het gejoel en gegiechel van de kinderen mij vrolijk, na afloop ervan irriteerde het me. Hetzelfde gold voor de vele mensen die me groetten of een praatje met me maakten. Plotseling wilde ik alleen gelaten worden, onzichtbaar zijn.

Het ging als volgt. Na twee uur door de rijstvelden gebaggerd te hebben kwam ik in een dorpje. Hondsdolle honden blaften me tegemoet, en ik raapte een steen op, voor de zekerheid. Op dat moment kwam er een man van een jaar of veertig aangelopen. Hij werd omringd door een zestal kinderen, en begroette me uitbundig. 'Minam kopi,' zei hij, hetgeen ik verstond, ondanks mijn beperkte kennis van het Bahasa Indonesia. Een kopje koffie, welja, geen gek idee. Hij nam me mee naar zijn winkeltje - een hutje van bamboe en golfplaat, waarin wat zakken rijst en crackers lagen - en begon koffie te bereiden. Zoet, en niet gefilterd, zoals normaal is hier. De standaardvragen volgden: of ik getrouwd was, of ik kinderen had, wat ik van Indonesie vond. Ik antwoordde eerlijk. Hij vroeg me waar ik verbleef. 'In Rantepao,' zei ik. Hij stelde voor dat ik in zijn dorpje bleef. Op dat moment had ik onraad moeten ruiken.

Voor ik er erg in had waren de kinderen verdwenen - weggestuurd met een boodschap, zoiets - en was hij naast me komen zitten. Wel erg dicht naast me. Ik schoof wat op. Hij grijnsde de grijns van een hongerige hyena, in een poging mij daarmee te verleiden, en legde zijn smerige hand op mijn wang. 'No no,' zei ik, en schoof op. Ik was geschrokken. Hij sprong op. 'No no,' herhaalde hij kwaad. Hij wees naar mijn koffie. 'Minam!' Hij had me nog wel drinken gegeven, en nu beschaamde ik zijn gastvrijheid, zo suggereerde hij. Ik stond op, bedankte hem en liep weg.

Ik had hem niet moeten bedanken. Ik had hem in elkaar moeten slaan, de smeerlap. Het zal vast niet de eerste keer zijn dat hij dit geprobeerd heeft. Waar haalt hij het idee vandaan dat ik ook maar in de verste verte in hem geinteresseerd zou zijn? Nee, meneer, dat ik alleen reis en ongetrouwd ben wil nog niet zeggen dat ik van de verkeerde kant ben - en ook als ik dat wel zou zijn zou ik u weerzinwekkend vinden. Hij was niet de eerste hier die deze voorbarige conclusie getrokken had, maar wel de eerste die zo schandalig doelbewust te werk ging.

Plotseling voelde ik iets dat ik nog niet eerder had gevoeld deze reis: ik voelde me kwetsbaar. Ik zat daar in mijn eentje in zijn hutje in the middle of nowhere, omdat ik zo nodig wilde geloven dat zijn gastvrijheid oprecht was. Maar ik realiseerde me donders goed dat het ook anders had kunnen aflopen. En dan is de weg terug naar Rantepao lang, zeker als je die te voet gaat. Bij elke scooter die aan kwam rijden keek ik om, een steen in mijn hand geklemd. Hun aanboden mij terug naar de stad te rijden sloeg ik af.

Ik wil niet van een mug een olifant maken. Maar voor mij was dit meer dan een mug. Het was een signaal dat ik soms te goed van vertrouwen ben. Het was een bevestiging van wat ik al ervaren had: dat de meeste ontmoetingen die je hier hebt draaien om geld of om seks, of om beide. Godzijdank zijn er positieve uitzonderingen, anders zou ik morgen op het eerste vliegtuig terug stappen. De eigenaars van het hotelletje waar ik verbleef, die me uitnodigden voor een bruiloft, die me hielpen met mijn onderzoekje, die me gratis soep en desserts gaven en die me mijn eerste woordjes Torajaans leerden. Wat een lieve schatten. De mensen in een ander dorpje, die me uitnodigden voor een glas zelfgebrouwen bier. De mensen die me welkom heetten in de kerk, en me vertelden over vroeger. De andere reizigers met wie ik ervaringen deelden. Al die ontmoetingen die een reis mooi maken, kortom. Laat ik daar de nadruk maar op leggen. Immers, lelijkheid en schoonheid zijn allebei in the eye of the beholder, en we kiezen veelal zelf wat we willen zien.

Ik heb u al genoeg verteld over de lelijke dingen. Over wij-zij denken, over armoede, over wantrouwen, over religieus radicalisme, over prostitutie. Over een van de meest nare ervaringen heb ik u niet eens verteld: de racende jongens die voor mijn ogen een vrouw met twee kleine kinderen het ziekenhuis in reden, om er vervolgens als een haas op hun stinkscooter vandoor te gaan. Furieus was ik, en ik voelde me volstrekt machteloos. Maar het is genoeg, voorlopig. Ik wil u niet treurig maken met mijn verhalen, maar vrolijk. Vanaf nu ga ik dus een beetje smokkelen, en u meer vertellen over de mooie dingen dan over de lelijke. Ten minste, dat ga ik proberen.

Ik ga u dus niets vertellen over Makassar. Wat een verschrikkelijk lelijke stad, wat een irritante mensen - maar, toegegeven, wat een verrukkelijke en spotgoedkope vis. Ik ga u ook niets vertellen over de Low Cost Carrier Terminal van het Kuala Lumpur International Airport - niet de meest aantrekkelijke terminal die er is, en ook niet de meest aangename plaats om de nacht door te brengen, laten we het daar bij houden. Maar soit - wie goedkoop wil reizen, zeurt niet en geniet van zijn McDonalds ijsje.

Ik ben nu in een land waar schoonheid en lelijkheid beangstigend dicht naast elkaar liggen. Op een paar kilometers afstand van hier bevindt zich het grootste en meest indrukwekkende tempelcomplex ooit gebouwd. Het vooruitzicht daar de komende dagen rond te lopen en -fietsen maakt mij gelukkig. Maar dit is ook een land met grote littekens, met een volk dat immens geleden heeft. Het is minder dan dertig jaar geleden dat er een einde kwam aan de terreur van de Rode Khmer, die in een paar jaar tijd twee miljoen mensen - een kwart van de bevolking - vermoord hebben, in naam van Marx. In de daarop volgende jaren stierven nog eens honderdduizenden aan hongersnoden en landmijnen. Dit is een land met een verschrikkelijk verleden, en de mensen moeten elke dag de littekens van dat verleden dragen.

Er is hier nog steeds veel armoede. De levensstandaard is lager dan in de buurlanden Thailand of Vietnam. Maar Koreaanse en Japanse investeerders hebben Cambodja gevonden, en pompen het land vol met yen, won en asfalt. Ook toeristen hebben het land gevonden, en pompen het land vol met dollars. De stad waar ik nu ben is ongeveer zo groot als Groningen, maar heeft vele honderden hotels, en evenzovele bars, restaurants, souvenirwinkels, massagesalons, 'massagesalons', en kindjes die ansichtkaarten venten. De vraag is of het wel gezond is om zo economisch afhankelijk te zijn van louter toerisme - de stad maakt een tamelijk lege indruk, en ik vermoed dat dat een en ander te maken heeft met de politieke chaos in Thailand van de afgelopen maanden (immers, iedereen vliegt via Bangkok). Maar hoe je het ook wendt of keert, het leven in Cambodja is er de afgelopen tien jaar behoorlijk op vooruit gegaan.

Ik moet eerlijk bekennen: het is even wennen om hier te zijn. Ik verwachtte een soort Thailand-maar-dan-anders, maar Cambodja is geen Thailand-maar-dan-anders, Cambodja is simpelweg anders. En niet alleen omdat de wegen een stuk stoffiger zijn en de auto's rechts rijden in plaats van links, niet alleen omdat de mensen een andere taal praten, niet alleen omdat de tuktukchauffeurs hier het toonbeeld van beleefdheid zijn vergeleken met hun irritante Thaise en Javaanse collega's, niet alleen omdat er hier baguettes gegeten worden, en niet alleen omdat de oude stad zowaar doet denken aan een Frans provinciestadje. Waarom dan wel? Daar ben ik nog niet helemaal uit. Maar na Thailand, Maleisie en Indonesie voelt Cambodja als een compleet nieuwe wereld, als een land met een geheel eigen karakter.

Enfin, we zouden het over schoonheid hebben. Het is tijd om de tempels van Angkor te verkennen.

Daarover vertel ik u een volgende keer graag meer.

  • 15 Februari 2009 - 12:00

    Rachelle:

    :)

  • 15 Februari 2009 - 20:54

    Wieger.:

    hallo Aike.
    het zal wel moeilijk zijn om je weer thuis te voelen in het rustige Den HORN,na een reis als deze!!!
    Maar hier wonen ook APARTE lieden en het gebied ten noorden van Aduard wordt misschien genomineerd voor de erfgoedlijst van de Unesco.De groeten uit Den Horn..moi.

  • 17 Februari 2009 - 23:26

    Heidi:

    Just wanted to add that the Pnomh Penh Post would be great, they must be covering the trial now extensively! :) Try the end-of-day bin of the hostel receptionist to get it for free! :) :*

  • 18 Februari 2009 - 03:09

    Aike :

    @ Wieger: Dat is goed nieuws, ik hoop van harte dat het ze lukt om dat gebied genomineerd te krijgen. Dat is bij Fransum en Den Ham, niet waar? Mooi gebied, prachtige kerkjes!

    @ Heidi: Yes the Economist was in the bottom of my backpack for a while, not all pages survived... Too bad as I also wanted to read the one on Indonesia's elections. The other pages I took out (on the environment) got completely wet when I was in Bali so I couldn't read those either. :(

    OK I'll see if I can find a newspaper - if it doesn't weigh too much! ;) Or I'll just bring the first part.

  • 21 Februari 2009 - 03:52

    Heidi:

    @Aike: Thx, just as long as I can read whole articles! ;)

  • 21 Februari 2009 - 16:43

    Mathilde:

    Ik ben benieuwd wat je nog meer van Cambodia vindt... Ga je nog naar Laos? Dat is namelijk een beetje mijn reisplan voor dit jaar ;-) Klinkt alsof je fascinerende plekken tegen komt...

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Aike

Welkom op mijn reisblog! Ik ben Aike, 25 jaar, inmiddels afgestudeerd in Study of Religions (MA), Wereldgodsdiensten (BA) en Japanse Taal en Cultuur (BA). Opgegroeid in Groningen; gestudeerd en gewoond in Leiden, Amsterdam, Tokyo en Londen; en altijd op zoek naar nieuwe plekken waar ik me thuis kan voelen. Trefwoorden: wandelen, filosofie, religie, politiek, kunst, eten en drinken, theater, voetbal, poëzie, zee, zingen. Vorig jaar zomer ben ik begonnen met deze blog, toen ik vijf weken door Turkije en Syrië reisde. Daarna heb ik hier verteld over mijn ervaringen als student in Londen, en de uitstapjes die ik daar gemaakt heb. Sinds december ben ik weer op reis. Na Thailand, Maleisië, Indonesië en Cambodja ben ik in Vietnam beland. Hier blijf ik voorlopig een tijdje wonen.

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 282
Totaal aantal bezoekers 202238

Voorgaande reizen:

06 Juli 2007 - 31 December 2020

Aike op reis

Landen bezocht: