Een vuvuzela in Sapa - Reisverslag uit Shangri-La, China van Aike - WaarBenJij.nu Een vuvuzela in Sapa - Reisverslag uit Shangri-La, China van Aike - WaarBenJij.nu

Een vuvuzela in Sapa

Door: Aike

Blijf op de hoogte en volg Aike

11 Juli 2010 | China, Shangri-La

We zitten in een volle nachttrein. Alle slaapbanken waren weken geleden reeds uitverkocht, dus we moeten het doen met versleten stoelen. We delen de wagon met een groep mannelijke Hanoise toeristen op leeftijd, die geen behoefte aan slaap heeft. De trein is omgetoverd tot een ad hoc casino, waar gekaart, gegokt, gezopen en geschreeuwd wordt. Onze reis begint derhalve met slaapgebrek. Vietnamezen zijn niet de meest beschaafde lieden ter wereld.

We rijden noordwaarts. "Wij", dat zijn Nhung en ik, samen met onze vrienden Dung, Steven en Huong. We zijn onderweg naar Sapa, een bergstadje in het verre noordwesten van Vietnam, omringd door prachtige rijstterrassen en vergezichten, bewoond door Hmong en Dao, bezocht door wagonladingen toeristen. Wij zullen hier met zijn vijven het weekeinde doorbrengen, voordat Nhung en ik China ingaan.

Als de trein aankomt in Lao Cai is het nog donker. Een busje rijdt ons naar Sapa. Het ochtendgloren schenkt ons een fraai uitzicht. Bij aankomst in Sapa is het eerste dat opvalt de frisse lucht - een verademing na het hete en benauwde Hanoi. We lopen door het stadje, op zoek naar een goedkoop hotel. Onderweg worden we aangeklampt door verschillende Hmong-meisjes en Dao-dames, in kleurrijke jurken en mutsen en slobkousen gehuld, die pogen ons hun souvenirs te verkopen. We vinden kamers in Long Thuy Guesthouse, niet te duur maar met een prachtig uitzicht. Na een voedzaam ontbijt pakken we nog een paar uurtjes slaap mee.

's Middags beklimmen we de heuvel aan de rand van het stadje. Het is een eenvoudige maar aangename wandeling door bloementuinen, langs theehuisjes en door rotstunneltjes. Het uitzicht van de top is nog mooier dan dat van onze hotelkamers. Na terugkeer in Sapa genieten we van een uitgebreide late lunch, waarna we in alle rust haar straten verkennen.

's Avonds is het feest. In oranje kledij gehuld en bewapend met een echte vuvuzela maken wij een karaoketent onveilig. Het bier vloeit rijkelijk. Ietwat voorbarig brullen we "We are the champions". Vanavond speelt Nederland tegen Brazilie, dus het is een bijzondere dag. Ik herinner mij nog goed de pijnlijke nederlagen van '94 en '98, en wil revancha voor de tranen van toen.

Dat krijg ik. Na een beroerde eerste helft herstelt Nederland zich sterk, en toont aan over grote mentale veerkracht te beschikken. Dronken van geluk en bier zien wij hoe Sneijder cum suis de goddelijke kanaries een toontje lager doen zingen. Wij dansen door Sapa's straten. roepen "Ha Lan vo dich" ("Nederland kampioen" ) en blazen de vuvuzela. Maar we zijn er nog niet. Er volgen nog twee wedstrijden. Die zullen wij in China zien.

Het is zaterdag, en wij maken ons op voor een stevige wandeling. Steven heeft een kaart aangeschaft waarop wandelroutes staan aangegeven, dus wij denken het zonder gids te kunnen rooien. Dat zal een misvatting blijken te zijn.

Het eerste deel van de tocht is eenvoudig. We dalen af van het plateau waarop Sapa ligt naar de rivier in het dal beneden. We komen door een Hmong-dorpje. In elk huis worden souvenirs, borduurwerk en blikjes frisdrank verkocht. Bij de rivier aangekomen zien wij een waterval naar beneden donderen. Na de verplichte foto's gemaakt te hebben lopen we verder, het dorpje uit, het woud in.

Het nette stenen wandelpad verandert in een kleipaadje. Wanneer het een grindstrandje aan de rivier bereikt, houdt het helemaal op te bestaan. Aan de overkant zien wij echter een nieuw pad. Twee bamboepalen vormen een provisorisch bruggetje over de rivier, maar om er te komen moeten we eerst een stuk door het water waden. Het bruggetje is bovendien zo smal en gammel dat je er alleen zittend overheen kunt, voortschuivend, terwijl de stroming aan je benen trekt en de kramp in je tenen schiet. Maar we laten ons niet kennen, en weten met vereende krachten de overkant te bereiken.

Het pad gaat verder. Het bos ruikt zoet, fris en kruidig. De ontelbare bomen en planten vertellen verhalen die we niet kunnen verstaan. Het pad zou naar links moeten afbuigen, doet dat niet, doet dat toch, doet dat toch niet, terwijl we gestaag stijgen. In een boom hangt een oude jas. Ooit moeten hier mensen gelopen hebben. Ooit, lang geleden.

Het pad wordt steeds steiler, er lijkt geen einde aan te komen. Het leidt ons zuidwaarts, de bergen in, in plaats van oostwaarts, waar we zouden moeten gaan. Met al onze handen en voeten klauteren we omhoog, steeds verder en hoger en vertwijfelder, om uiteinddelijk de onvermijdelijke beslissing te nemen om te keren. Maar de helling is te steil en glibberig om rustig naar beneden te wandelen. Op kont en hurken glijden we omlaag, van boomstronk naar rotsblok, van wortel naar graspol, bang om ons evenwicht te verliezen. Na een lange afdaling bereiken we vol schrammen de rivier. De middag is reeds vergevorderd.

De bamboepalen zijn spoorloos verdwenen. Er zit niets anders op dan naar de overkant te waden. Het water is koud, maar dat is het probleem niet. De woeste stroming is dat wel, de gladde stenen ook. Onwillekeurig moet ik denken aan die weergaloze scene uit de roman "Independent People" van de IJslandse nobelprijswinnaar Halldor Laxness, waarin met briljante precisie beschreven wordt hoe een koppige boer net niet verdrinkt in een ijskoude, woest razende rivier. Ook moet ik even denken aan "Into the Wild". Maar laten we niet overdrijven. Iedereen haalde heelhuids de overkant, zonder om te vallen, zonder zich te bezeren. Gelukkig maar. Het was wel even spannend.

Opgelucht, moe en hongerig lopen we terug naar de waterval. Het bos ruikt heerlijk. In Sapa wacht ons de lekkerste pizza die ik in anderhalf jaar tijd in Vietnam gegeten heb.

De volgende ochtend doen we het rustig aan. Als we eindelijk op onze gehuurde motorfietsen zitten, is het al bijna middag. We genieten van een fantastische tocht. We zien fenomenale uitzichten, kronkelende rijstterrassen, plukjes bos, indrukwekkende bergen, pittoreske Dao-dorpjes en, en passant, prehistorische rotstekeningen. Intense groentinten trekken aan ons voorbij. Mensen in kleurrijke gewaden staren ons na. De weg gaat op en neer, maar we hebben voldoende versnellingen. We zijn vrij.

Op zondagavond bezoeken we de markt, om er onze onderhandeltechhnieken te perfectioneren en een handjevol souvenirs aan te schaffen. Daarna nemen we afscheid van onze vrienden, die de nachttrein nemen terug naar Hanoi. Wij reizen verder, op maandagochtend. Noordwaarts, China in. Maar dat is het volgende verhaal.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Aike

Welkom op mijn reisblog! Ik ben Aike, 25 jaar, inmiddels afgestudeerd in Study of Religions (MA), Wereldgodsdiensten (BA) en Japanse Taal en Cultuur (BA). Opgegroeid in Groningen; gestudeerd en gewoond in Leiden, Amsterdam, Tokyo en Londen; en altijd op zoek naar nieuwe plekken waar ik me thuis kan voelen. Trefwoorden: wandelen, filosofie, religie, politiek, kunst, eten en drinken, theater, voetbal, poëzie, zee, zingen. Vorig jaar zomer ben ik begonnen met deze blog, toen ik vijf weken door Turkije en Syrië reisde. Daarna heb ik hier verteld over mijn ervaringen als student in Londen, en de uitstapjes die ik daar gemaakt heb. Sinds december ben ik weer op reis. Na Thailand, Maleisië, Indonesië en Cambodja ben ik in Vietnam beland. Hier blijf ik voorlopig een tijdje wonen.

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 895
Totaal aantal bezoekers 197630

Voorgaande reizen:

06 Juli 2007 - 31 December 2020

Aike op reis

Landen bezocht: